De Haagse voetbalvereniging Lenig en Snel (die zo graag LENS wil worden genoemd) bouwt sinds gisteren. Op zich niets bijzon¬ders, want de ene vereniging na de andere bouwt. Zo wordt vanavond het zoveelste riante clubpaleis door wethouder Vink ge¬opend (op het nieuwe Ockenburgh) van de voetbalvereniging Kranenburg. Maar LENS zou LENS niet zijn, of voorzitter Van der Kley geen Van der Kley, als men zelfs bij het simpele slaan van een eerste paal niet een bepaalde filosofie had prijs te geven.
Wat Van der Kley een beet¬je dwars zit is, dat zo’n nieuwbouw door vier instanties moet worden bekeken: a. de Gemeente, b. de KNVB, c. de Provincie, d. de Ned. Sport Federatie.
Al deze instanties werken los van elkander, hebben geen enkele coördinatie, zodat het kan gebeuren, dat de Provincie stelt, dat men het gevraag¬de subsidie kan verkrijgen indien met de bouw voor een bepaalde datum is begonnen. De Gemeente daarentegen kan haar goedkering door Bouw¬ en Woningtoezicht nog niet hebben verstrekt op die da¬tum, zodat men – strikt geno¬men – daardoor alleen al een Provincieel subsidie zou kun¬nen verspelen. De NSF stelde in het geval-LENS, dat de bouw voor een bepaalde tijd gereed moet zijn, maar bij het bepalen van de datum daar¬van was uiteraard geen reke¬ning gehouden met de tijdsplanning van de andere subsi¬diërende partners. De KNVB tenslotte bestudeert het plan ook nog eens, waarbij weer heel andere normen worden aangelegd dan de bouwtechni¬sche. De Bond immers stelt: zo groot moeten de kleedkamers zijn, zoveel kranen moeten er zijn, die ruimte moet de scheidsrechter hebben, enz.
Er zijn nag andere merk¬waardige zaken waarvoor men kan komen te staan. Zoals ik al zei: de Provincie beslist op een gegeven mo¬ment, dat een bouw op 27 sep¬tember moet beginnen, maar het zijn de Gedeputeerden (Provincie dus) die elk Raads¬besluit moeten goedkeuren en dezen besloten op 29 septem-ber – nog steeds geval LENS – dat de goedkeuring op de gemeentelijke garantie op een lening nog twee maanden zou worden uitgesteld.
Moedeloos
Ik kan me voorstellen, dat zelfs een „bere-aktief” bestuur als dat van LENS dan wel eens uit het vel wil springen. Overigens zullen andere, bouwende, bestuur¬deren zij het wellicht in an¬dere volgorden, hetzelfde hebben meegemaakt.
Ik vraag mij met Van der Kley af of er geen mogelijk¬heid zou zijn tot een betere coördinatie te komen. Ook al omdat al die clubbestuurders die zaken regelen in hun vrije tijd dan wel in de tijd van hun baas. Met andere woorden: bepaald schaarser in hun tijd zitten dan mensen, die niets anders hebben te doen dan overal achteraan te hollen.
Aangezien in 99 van de 100 gevallen de nieuwe clubge¬bouwen worden gezet op gemeentelijke huurgrond, lijkt het mij wenselijk, dat de Ge¬meente uiteindelijk de enige instantie zal zijn, die door het verlenen van een Bouwver¬gunning te kennen geeft, dat de zaak aan alle kanten rond is. Dat zou dan ook betekenen, dat Bouw-en Woningtoezicht of althans de vergunning ver¬strekkende Gemeentelijke in¬stantie de Bondsnormen van de KNVB zou dienen te be¬trekken in haar beschouwing; normen, die trouwens de ook voor de NSF al maatgevend zijn. Als dan dus de Gemeen¬te de bouwvergunning zou verstrekken, zouden Provincie, KNVB en NSF weten: deze zaak is volkomen gezond, wij kunnen onze subsidies of le¬ningen verstrekken, uiteraard op de normen – geen bouw¬technische normen – die ver¬der door die organen worden gesteld.
1973-11-09 Vaderland De Lens Op Nieuwbouw