Er wordt nogal eens smalend gelachen bij het zien van de kalende velden op ons sportcomplex. Inderdaad geeft een egaal-groene grasmat een fraaiere aanblik, dat de huidige kaalgetrapte vlaktes. Toch zou het niet van werkelijkheidszin getuigen, als de noeste werkers van de Gemeentelijke Plantsoenendienst dit werd verweten. Zij kunnen er immers ook niets aan doen, dat “onze” velden worden overbespeeld. Met vijftig elftallen spelen op drie velden is eigenlijk teveel van het goede; althans meer dan voor het in stand houden van oen grasgroene grasmat wenselijk is. Een oplossing zou kunnen zijn het drastisch terugdringen van het aantal elftallen. Het bestuur echter denkt niet aan zo’n maatregel.
Het bestuur hecht meer waarde aan het speelgenot van een groot aantal leden dan aan de kleur van de sportvelden. Een andere mogelijkheid zou zijn een absoluut gebruiksverbod af te kondigen voor doordeweekse dagen en avonden. Ook hieraan wenst het bestuur niet te denken. Dit omdat hierdoor de trainingsmogelijkheden naar de mening van het bestuur al te zoor zouden worden beperkt.
Ondanks de sterk in aantal teruglopende bevolking van Den Haag groeit het aantal voetballende Hagenaars gestaag. Bekend is, dat onze gemeente al jarenlang met een enorm veldentekort kampt. Hoewel er enkele nieuwe sportkomplexen in aanleg zijn, zal het tekort voorlopig niet worden opgeheven. Dit betekent, dat we voorlopig nog zullen moeten blijven leven en voetballen met kaalgetrapte velden.
Dat het Haagse gemeentebestuur overbespeling van de sportvelden toelaat, is een te waarderen zaak. Immers in het andere geval zouden veel voetballiefhebbers een andere sport moeten kiezen. Het is ook te waarderen, omdat het kaaltrappen van velden de gemeente veel geld kost; de reparatiekosten zijn daardoor namelijk erg hoog.
Die kosten kunnen worden geraamd op ongeveer 1.500 guldon per veld (gemiddelde oppervlakte per veld: 2314 vierkante meter). Als men bedenkt, dat jaarlijks ruim 200 velden moeten worden gerepareerd, dan valt simpel uit te rekenen, hoeveel dat kost: 1 ½ miljoen gulden.
Vorig jaar werd tijdons de reparatieperiode 24.586 vierkante meter aan rolzoden op de kaalgespeelde gedeelten van de sportvelden ingelegd, 124.500 vierkante meter, geëgaliseerd en ingezaaid, 488.360 vierkante meter doorgezaaid, 123.950 kilo kunstmest verwerkt, etc.
LENS behoort tot de kleine groep verenigingen, welke de velden per jaar huren. Deze groep betaalt aan onderhoud en reparatie per veld per jaar 2800 gulden; de andere verenigingen, welke per uur huren, betalen minder. Hieruit kan worden afgeleid, dat alleen al in het onderhoud van de velden door de gemeente flink wordt gesubsidieerd. Zouden de verenigingen “de volle mep” moeten betalen, dan zouden de contributies drastisch omhoog moeten. Nu echter betalen alle belastingbetalers wat mee aan het speelgenot van de veldsporters.
Guido Halleen
De LENSrevue 3 april 1974